afb. Jan Verhoeff, 1 november 1978
Hoek Rijnstraat / Merwedelaan voor Huize St. Jan Baptistafmetingen: (platform) 1100 x 1100 cm; (twee witte elementen) 600 x 200 x 300 cmmateriaal: beton, baksteen, stuc en verf datering: 1978 vervaardigd door: Jos Manders Het plastiek bestaat uit een wit geschilderd betonnen platform met daarop twee witte halve bollen. De kunstenaar vond dat betekenis en voorstelling van het werk geheel aan de fantasie van de beschouwer moesten worden overgelaten, deze moest zelf iets ervaren: 'Confrontatie met jezelf, daar heb ik behoefte aan. Wat de kunstenaar aanbiedt moet dan ook tot op zekere hoogte onaf zijn, het moet geen gedetailleerde emotionaliteit van de maker in het midden brengen'. Het werk is geplaatst via de B.K.R. | 87 |
„Hier ligt Vanessa” stond er een tijdje geleden te lezen bij twee halve bollen die de hoek Rijnstraat/Merwedestraat sieren. „Twee halve Goudse kazen”, zegt een ander. „De Maagdeburger halve bollen” weet weer een ander. In de Aawijk staan ze bekend als „de twee billen”. In huize Sint Jan Baptist, het bejaardenhuis van de stichting Katholieke Bejaardenzorg voor Gerepatrieerden, dat achter de twee halve bollen staat, schijnt het gerucht te gaan dat het twee helmen moeten voorstellen van het voormalige Nederlands-Oostindische leger.
Wel, iedereen heeft gelijk. De ontwerper van het monument, Jos Manders, vond dat betekenis en voorstelling van het kunstwerk geheel moest worden overgelaten aan de fantasie van de toeschouwer; de toeschouwer moest zelf iets ervaren door het kunstwerk. Hij zei: „Confrontatie me jezelf, daar heb ik behoefte aan. Wat de kunstenaar aanbiedt moet dan ook tot op zekere hoogte onaf zijn, het moet geen gedetailleerde emotionaliteit van de maker in het midden brengen.”
Het plastiek bestaat uit een witgeschilderd betonnen platform van elf meter.
Daarop staan de twee eveneens witgeschilderde elementen, die een totale lengte hebben van zes meter, bij twee meter breedte. De hoogte bedraagt drie meter. De twee halve bollen bestaan niet volledig uit beton. Nadat het platform gemaakt was werden de twee bollen opgemetseld van baksteen.Dat gebeurde met behulp van een stalen mal, die om een as draaide die in het midden van deze halve bol was vastgemaakt. Zodoende zou er in de goede vorm gemetseld kunnen worden.
De ruimte binnenin werd opgevuld met schrale specie. Bij het metselen van de bakstenen werd er tussen de mal en het metselwerk een ruimte vrijgelaten van één à twee centimeter, zodat dezelfde mal gebruikt kon worden bij het stukadoren. Daarna werden de bollen met de hand afgepleisterd en geschilderd.
Het op 8 mei 1978 door mevrouw Van der Harten, echtgenote van de commissaris der koningin, onthulde kunstwerk weegt in het totaal 125.000 kilo.
|
1983 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : Halve bollenBrabants Dagblad donderdag 3 november 1983 (foto) |